Terug naar Relais

Stuurstroomrelais

Hulprelais

  • Schakelt in de stuurstroom
  • Meestal vier contacten
  • Maakcontacten of combinatie van maak- en verbreekcontacten
  • Geschikt voor het schakelen van kleine stromen
  • Slijtage door inbranding van contacten
  • Contactuitbreiding mogelijk
  • Montage direct op DIN-rail

Universeelrelais

  • Schakelt in de stuurstroom
  • Meestal drie contacten
  • Voorzien van wisselcontacten
  • Geschikt voor het schakelen van kleine stromen
  • Slijtage door inbranding van contacten
  • Geen contactuitbreiding mogelijk
  • Makkelijk uitwisselbaar, montage voet op DIN-rail
  • Stevige steekverbinding

Interfacerelais

  • Schakelt in de stuurstroom
  • Uitvoeringen met één of twee contacten
  • Voorzien van wisselcontact(en)
  • Belasting beperkt door kleine bouwvorm
  • Slijtage door inbranding van contacten
  • Geen contactuitbreiding mogelijk
  • Makkelijk uitwisselbaar, montage voet op DIN-rail
  • Kwetsbare steekverbinding

Hulprelais

PLACEHOLDER

  • Wanneer er een stroom loopt door de spoel (K1) van A1 naar A2 wordt deze magnetisch
  • De kern (C) wordt dan de spoel in getrokken en zal dan contact 21-22 openen en contact 13-14 sluiten
  • Als de stroom door de spoel wordt onderbroken zal de veer (S) de kern (C) en de contacten in de ruststand brengen
  • Contact 13-14 (NO-contact) is dan open en contact 21-22 (NC-contact) gesloten

Universeelrelais

Universeelrelais
  • Het universeelrelais werkt hetzelfde als andere relais
  • Is alleen voorzien van wisselcontacten

 

Interfacerelais

Interfacerelais
  • Het interfacerelais werkt hetzelfde als andere relais
  • Is alleen voorzien van wisselcontact(en)

Benaming hulprelais

Benaming hulprelais
  1. Hulprelais
  2. Opzetblokje met uitbreidingscontacten
  3. Bovenzijde hulprelais met aanduiding benodigde spoelspanning

Benaming universeelrelais

Benaming universeelrelais
  1. Afneembaar kapje met standindicatie
  2. Binnenwerk universeelrelais
  3. Spoel
  4. Wisselcontacten (3x)

Benaming interfacerelais

Benaming interfacerelais
  1. Montagevoet
  2. Interface(steek)relais
  3. Spoel
  4. Wisselcontact (2x)

Codering hulprelais

Codering hulprelais
  • A1 Spoelaansluiting 1 (in dit geval 24VDC)
  • A2 Spoelaansluiting 2 (in dit geval 0VDC)
  • 13 Bovenzijde contact 1 (maak)
  • 14 Onderzijde contact 1 (maak)
  • 21 Bovenzijde contact 2 (verbreek)
  • 22 Onderzijde contact 2 (verbreek)
  • 33 Bovenzijde contact 3 (maak)
  • 34 Onderzijde contact 3 (maak)
  • 43 Bovenzijde contact 4 (maak)
  • 44 Onderzijde contact 4 (maak)

Codering universeelrelais

Codering universeelrelais
  • A1/2 Spoelaansluitng 1 (in dit geval 24VDC)
  • A2/10 Spoelaansluitng 2 (in dit geval 0VDC)
  • 14/3 NO-aansluiting wisselcontact 1
  • 11/1 P-aansluiting wisselcontact 1
  • 12/4 NC-aansluiting wisselcontact 1
  • 24/7 NO-aansluiting wisselcontact 2
  • 21/6 P-aansluiting wisselcontact 2
  • 22/5 NC-aansluiting wisselcontact 2
  • 34/9 NO-aansluiting wisselcontact 3
  • 31/11 P-aansluiting wisselcontact 3
  • 32/8 NC-aansluiting wisselcontact 3

Codering interfacerelais

Codering interfacerelais
  • A1/8 Spoelaansluitng 1 (in dit geval 24VDC)
  • A2/1 Spoelaansluitng 2 (in dit geval 0VDC)
  • 14/4 NO-aansluiting wisselcontact 1
  • 11/3 P-aansluiting wisselcontact 1
  • 12/2 NC-aansluiting wisselcontact 1
  • 24/5 NO-aansluiting wisselcontact 2
  • 21/6 P-aansluiting wisselcontact 2
  • 22/7 NC-aansluiting wisselcontact 2

Tabel(len) coderingen

Tabel(len) coderingen
  • Specificaties hulprelais

Tabel(len) coderingen

Tabel(len) coderingen
  • Specificaties universeelrelais

Tabel(len) coderingen

Tabel(len) coderingen
  • Specificaties interfacerelais

Inspectie: meten

WatNormActie bij afwijking
Spoelspanning A1-A2Maximaal genoemde spoelspanning plus of min 20%Oorzaak vaststellen (TD)
Open contactOneindige weerstandVervangen (TD)
Gesloten contactWeerstand kleiner 0,05 Ohm

Vervangen (TD)
Universeelrelais opnieuw insteken en steekverbindingen reinigen

ContactenMogen niet ernstig ingebrand zijn, geen spanningsverschil over contactenOorzaak vaststellen (TD)
Vervangen (TD)
Spoelweerstand

Relatief lage weerstand bij AC-spoel (enkele ohms)
Relatief hoge weerstand bij DC-spoel (ongeveer 100-200 ohm)

Relais vervangen bij oneindige weerstand (TD)

 

Onderhoud

OnderhoudspuntToelichtingMiddel/gereedschap
Visuele controle en schoonhoudenStof en vuil verwijderenGeen

 

Hulp-, universeel- en interfacerelais

Storing / symptoomOorzaakActie
Relais schakelt nietSpoel defect of niet aangestuurd

Controle aansturing (spanning) op spoel
Weerstand spoel meten

Contact blijft plakkenSlijtage, te hoge belastingControle standaanduiding 1-0 of aangetrokken kern
Niet alle contacten schakelenSlijtageMeten wel/geen spanning over contacten
Schakelt soms wel, soms nietSpoelspanning onvoldoendeControle spanning op spoel

 

Aansluitschema hulprelais

Aansluitschema hulprelais
  • Monteren en demonteren altijd spanningsloos uitvoeren
  • Verbinding voldoende vast aandraaien
  • Bij steekverbinding voorschrift fabrikant volgen

Aansluitschema universeelrelais

Aansluitschema universeelrelais
  • Monteren en demonteren altijd spanningsloos uitvoeren
  • Aansluitklemmen voldoende vast aandraaien

Aansluitschema interfacerelais

Aansluitschema interfacerelais
  • Monteren en demonteren altijd spanningsloos uitvoeren
  • Aansluitklemmen voldoende vast aandraaien

Vervangen interfacerelais

PLACEHOLDER

Vervangen universeelrelais

PLACEHOLDER

Heb jij nog een aanvulling over dit onderwerp?

Bijvoorbeeld een beeld of filmpje of interessante feitjes/weetjes? Mail het ons!